Jørn Utzon Verlichting: Een Modernistisch Meesterwerk van Licht en Schaduw

Introductie

Jørn Utzon was een Deense architect die in 1957 de opdracht kreeg om het Opera House in Sydney te ontwerpen. Deze iconische structuur wordt beschouwd als een van de grootste architectonische prestaties van de 20e eeuw. Maar wat velen niet weten, is dat Utzon ook een meester was in het gebruik van licht om ruimte en vorm te definiëren. In dit artikel bespreken we Jørn Utzon verlichting en hoe hij licht en schaduw gebruikte als instrumenten om zijn gebouwen te laten spreken.

Licht als een instrument

Jørn Utzon was een van de eerste modernistische architecten die licht beschouwde als een van de belangrijkste instrumenten om ruimte te definiëren en een emotie op te roepen bij de bezoeker. Hij gebruikte licht om de ziel van zijn gebouwen te versterken en te versterken. Hij gebruikte licht en schaduw om dag en nacht verschillende sferen te creëren en zo zijn gebouwen een andere dimensie te geven.

Passief en actief lichtregulering

Utzon gebruikte passieve lichtregulering om de hoeveelheid licht die in een ruimte komt te regelen. Het Opera House in Sydney is hiervan een voorbeeld. De schelpachtige structuur zorgt ervoor dat er voldoende licht binnenkomt zonder dat het te fel wordt. Hij gebruikte ook actieve lichtregulering. Dit deed hij door slanke lichtarmaturen op te hangen aan een kabelsysteem in de ruimte. Hierdoor kunnen de lichtarmaturen op verschillende hoogtes worden opgehangen en daardoor verschillende sferen creëren in de ruimte.

Functionele en decoratieve verlichting

Jørn Utzon maakte onderscheid tussen functionele en decoratieve verlichting. Hij hanteerde het principe dat functionele verlichting slechtop moet vallen in de ruimte en decoratieve verlichting juist goed zichtbaar moet zijn. Hij gebruikte hiervoor zowel fluorescentielampen als halogeenlampen, afhankelijk van het effect dat hij wilde bereiken.

Leave A Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *